01 september 2021

Het belang van paardentaal voor het afgespeende veulen

Sociaal contact is belangrijk voor het welzijn van paarden. Niet alleen voor volwassen dieren, maar zeker ook voor veulens en jaarlingen. Zodra het veulen is afgespeend, vertrekt hij meestal naar een nieuwe kudde. Daar moet hij leren hoe ‘paardentaal’ werkt. Gedragsdeskundige Marlies Brunings van Horse Dialogue Centre legt uit hoe dit werkt. 

De twee hoofddoelen in het leven van een wild paard zijn: overleven en voortplanten. Daarnaast is het paard een prooidier. Dat betekent dat hij continu op de uitkijk moet staan voor roofdieren, omdat anders zijn leven in gevaar kan zijn. “Een kudde is noodzakelijk om te kunnen overleven. Sociaal contact biedt een paard dus veiligheid. Goed communiceren is daarbij heel belangrijk”, vertelt Marlies Brunings.
“In het wild leidt een merrie de kudde. Daarnaast is er ook een leidende hengst, die de groep beschermd. Verder bestaat de groep uit merries en nakomelingen. Zodra de jonge hengsten geslachtsrijp zijn, verdrijft de leider ze uit de kudde.” De hengsten sluiten zich dan aan bij een bachelorgroep. “Dat zijn jonge hengsten die samen een groep vormen, want op die manier zijn ze nog altijd het veiligst. Wanneer een hengst een eigen harem wil vormen, probeert hij merries te veroveren uit bestaande kuddes.”

Paardentaal leren

Natuurlijk zijn de meeste paarden in Nederland zijn gedomesticeerd. “Toch moeten jonge dieren ook leren hoe ze zich ‘paards’ gedragen en sociale vaardigheden ontwikkelen. Onder paardentaal versta ik het kunnen lezen van een neus, oog, oor, hoofd-halshouding of staart. Zo leren ze bijvoorbeeld wat de grenzen van een ander paard zijn. Die signalen beginnen met het subtiel draaien met een oor, een beetje boos kijken, zwaaien met het hoofd en vervolgens het gebruik van tanden. Dat zijn stadia die een jong paard moet leren begrijpen.”

Soorten opfok

Je kunt voor veel verschillende soorten opfok kiezen. Die variëren niet alleen qua grootte van de groep, maar ook qua leeftijd (alleen veulens of verschillende leeftijden) en geslacht (alleen merries, alleen hengsten of gemengd). “Waar je voor kiest is heel persoonlijk. Niets moet, alles mag. Het walhalla vind ik een grote weide, veel ruwvoer en een groep van verschillende leeftijden en geslachten. Een leidende merrie – in veel gevallen de oudste – leert daar hoe de paardenwereld in elkaar steekt. Er is niks mis mee om een veulen in te scharen met leeftijdsgenoten. Je mist dan wel de wijkagent die af en toe zegt: ‘Jongens, nu is het even klaar’.”
Voor het aanleren van sociaal gedrag is het allerbelangrijkste dat het paard een maatje heeft. “Houd in een koppel altijd even getallen aan. Er zijn altijd twee paarden elkaars beste maatje. Zij eten vaak twee aan twee en groomen elkaar.”
Heb je een bescheiden weiland en wil je jouw veulen liever thuishouden? “Je kunt het veulen ook met een ouder paard laten opgroeien. Als dat een sociaal en fijn paard is, kun je daar meer dan genoeg aan hebben.”

Rangorde bepalen

De sociale orde binnen een kudde wordt bepaald door instinct. “Paarden hebben geen checklist. De een heeft van nature leiderschap, de andere niet. Daarnaast heeft het te maken met kracht en de manier van reageren. Soms wordt er in de groep even geknokt en kijken ze: wie is nou de baas boven wie? Bij paarden is de dominantieverhouding altijd ten opzichte van twee. Een voorbeeld: je hebt paard A, B en C. De dominantieverhouding is niet A staat boven B en B staat boven C. Het kan zijn dat A dominant is over B, en dat C dominant is over B. A is vervolgens weer dominant over C. Per koppel wordt de dominantieverhouding bepaald.”
Een nieuwe groep doet er geen weken over om die onderlinge rangorde te bepalen. “Dat kost energie en trekt in de natuur roofdieren aan. Dat zit nog steeds in hun systeem, dus dit wordt door paarden snel geregeld. Dan is het duidelijk en klaar.”

Omgaan met mensen

Een jong paard moet daarnaast leren hoe hij met mensen om moet gaan. “Natuurlijk mag het veulen in de opfok lekker paard zijn, maar je hebt toch een keer een dierenarts of hoefsmid nodig. Leer hem die vaardigheden al vroeg, anders sta je al met 10-0 achter. Als het veulen nog bij zijn moeder is, kun je bijvoorbeeld al voetjes optillen, poetsen of aan het halster meelopen. Daar heb je op latere leeftijd veel gemak van. Steek hier energie in, ook als het veulen in de opfok staat. Maak contact, aai en kriebel je veulen en start met de opvoeding.”
Verlies daarbij niet je eigen veiligheid uit het oog. “Ga nooit alleen in de weide van een koppel jonge paarden. Sommige mensen zeggen: zwaai een keer met je hand en ze gaan wel opzij. Maar als je dit aanleert, hoe ga je het dier dan pakken als je wél hem nodig hebt? Jonge paarden kunnen, vooral met voer, erg opdringerig zijn. Let hier dus op.”

Tips

Marlies adviseert de kudde goed in de gaten te houden. “Blijf gewoon eens een tijdje kijken naar de groep. Bekijk wat er gebeurt in de onderlinge verhouding. Natuurlijk testen jonge hengsten af en toe hoe groot en sterk ze zijn, het blijven pubers. Maar zit één paard steeds te etteren? Haal die er dan uit. Rust in de kudde is heel belangrijk. Controleer ook of alle dieren genoeg te eten krijgen. Veulens en jaarlingen kun je op deze leeftijd bijna niet overvoeren. Vooral ruwvoer is van groot belang.” Daarnaast moet je de algehele conditie van de paarden in de gaten houden “Kijken ze goed uit de ogen, ziet de vacht er mooi uit, zijn er geen aangevreten staarten. Check iedere dag of de paarden regelmatig lopen.”
Marlies tipt daarnaast om het weiland nauwkeurig te controleren. “Bijvoorbeeld of er geen scherpe dingen zijn waar het paard zich aan kan blesseren. Zorg dat het schrikdraad het altijd doet en mijdt prikkeldraad.”

Verzekering

Toch kan een ongeluk in een klein hoekje zitten. Er kan altijd iets gebeuren, ook met een jong paard in de opfok. EFO Paardenverzekering biedt voor veulens drie verschillende schadeverzekeringen aan: Overlijden, Beperkt en Uitgebreid.
De verzekeringen die het meest worden gekozen voor jonge paarden zijn de Overlijdensverzekering of de Beperkte Schadeverzekering. De Overlijdensverzekering geeft dekking bij overlijden of noodzakelijke levensbeëindiging door een ongeval of een acuut verlopende ziekte. Met de Beperkte Schadeverzekering is jouw paard naast de risico’s die onder de Overlijdensverzekering vallen ook nog verzekerd voor blijvende ongeschiktheid door een ongeval. 
Bij deze twee schadeverzekeringen kun je desgewenst aanvullend kiezen voor onze Beperkte Ziektekostenverzekering.

Benieuwd naar wat een verzekering kost? Bereken hier je premie

Jouw Veulen Naar De Opfok