12 juni 2019

Spierbevangenheid

Spierbevangenheid, ook wel maandagziekte of tying-up genoemd, is een acute stoornis in de spierstofwisseling. Dit veroorzaakt een verzuring van met name de spieren in de rug, lendenen en het kruis en is erg pijnlijk voor het paard.

Oorzaken

Grofweg kan gesteld worden dat een teveel aan krachtvoer in verhouding tot de hoeveelheid beweging de belangrijkste oorzaak is van spierbevangenheid. Andere oorzaken zijn bijvoorbeeld: een tekort aan elektrolyten door overmatig zweten, stofwisselingsziekte, een tekort aan vitamine E of selenium of een te zware training wanneer het paard niet fit is.
 
Bij een training kan het paard niet voldoende zuurstof opnemen om een teveel aan energie goed te verbranden. Daardoor komen afvalstoffen in het lichaam terecht, die niet kunnen worden afgevoerd. Een deel van deze afvalstoffen blijft achter in de spieren, die hierdoor stijf worden. Dit kan het begin zijn van spierbevangenheid. 

Symptomen

Spierbevangenheid kan in verschillende gradaties voorkomen. Over het algemeen geldt dat een spierbevangen paard pijn heeft bij het lopen en dus zal proberen dit te voorkomen. De symptomen van lichte en matige spierbevangenheid kunnen overeenkomen met die van koliek, zoals krabben en zweten. Na enkele uren zullen deze symptomen meestal verdwijnen, maar de spieren in de achterhand blijven dan toch vaak pijnlijk en hard. Door de pijn verandert de houding van het paard (gestrekt staan, omhoog gebogen rug), kan het gaan trillen, met stijve pas gaan lopen en verkleurt de urine naar donkerbruin. Bij zware spierbevangenheid zal het paard kort na het begin van de training overmatig gaan zweten en stijf gaan bewegen. In sommige gevallen zal het weigeren om te lopen omdat het dat niet meer kan. Het paard wordt angstig, heeft wijde neusgaten en een verhoogde hart- en ademfrequentie en wil het liefst gaan liggen.

Diagnose en behandeling

Spierbevangenheid is voor het paard erg pijnlijk en als dit niet behandeld wordt kan blijvende schade aan de spieren ontstaan. Schakel dus altijd direct een dierenarts in. Zet het paard tot die tijd stil, zorg dat het warm blijft en laat het drinken, maar niet eten. Spierbevangenheid is goed aan te tonen door een bloedonderzoek, dat ook bij de lichtste vorm van spierbevangenheid een verhoging van bepaalde spierenzymen (welke in het bloed voorkomen wanneer er spierbeschadigingen zijn) laat zien.
 
De behandeling is afhankelijk van de ernst van de aandoening, maar bestaat in grote lijnen uit  het toedienen van medicatie om de afvalstoffen uit het lichaam te krijgen, pijnstilling, stalrust en een aangepast rantsoen. Tijdens de herstelperiode is de kans op een nieuwe aanval het grootst. Het is daarom aan te raden om tijdens de herstelperiode een of enkele bloedtesten te doen om te bepalen of en wanneer het paard weer licht werk kan doen.
 
Om het herstel te bevorderen en spierbevangenheid in de toekomst te voorkomen moet gezorgd worden voor een passend voederrantsoen, waarbij het paard tenminste de helft van zijn energie uit ruwvoer haalt. Ook voldoende vrije beweging, regelmatige training met een goede trainingsopbouw en een rustige, stressvrije omgeving zijn van belang. 
 
Een paard dat eenmaal spierbevangen is geweest, zal altijd gevoeliger blijven voor de aandoening. Door het nemen van een spierbiopt kan er gekeken worden naar mogelijke achterliggende oorzaken van het herhaaldelijk terugkeren van de aandoening. 

Vermoed je spierbevangenheid bij je paard? Raadpleeg dan direct je dierenarts!

Meer lezen?

Lees het volledige artikel over ‘Spierbevangenheid bij paarden’ op Paardenarts.nl van Iris van Gulik.

Bekijk voor meer onderwerpen ook de Rubriek Blessures en Revalidatie op Paardenarts.nl 

Logo Paardenarts