Winterse tips voor je paard

1. Veel paarden staan in de winter langer op stal. Toch is het wel van belang dat jouw paard genoeg vrije beweging krijgt. Dat is goed voor de darmactiviteit en zo voorkom je verveling. Kan jouw paard (tijdelijk) niet in de weide? Laat hem dan los in de bak of paddock. Ook door grondwerk of een wandeling blijft hij lekker actief bezig.
2. Als het buiten koud is, zijn we snel geneigd om het op stal lekker warm te maken. Ramen en deuren gaan dicht, zodat er geen warmte verloren kan gaan. Maar zo’n ruimte is niet gezond voor paarden en pony’s. Hierdoor kunnen stof, schimmels en ammoniak luchtwegproblemen veroorzaken. Creëer dus een gezond stalklimaat, maar let er wel op dat het niet gaat tochten.
3. Schimmelinfecties gedijen in de winter goed vanwege het vochtige klimaat. Je ziet ze meestal op de plaatsen waar het tuig ligt, zoals het zadel en hoofdstel. Paarden met onvoldoende afweer en jonge dieren zijn er het meest vatbaar voor.
4. Tijdens nattere periodes krijgen paarden eerder last van mok. Controleer de benen altijd goed op wondjes. Die kunnen namelijk een teken zijn van mok. Neem bij twijfel altijd contact op met de dierenarts
5. Train je het paard in de winter minder vaak? Verminder dan de hoeveelheid krachtvoer. Let er wel op dat hij voldoende vitaminen en mineralen binnenkrijgt.
6. In deze periode hebben paarden een grotere behoefte aan ruwvoer. Het is de brandstof die ze in de winter warm houdt. Bied extra ruwvoer aan, verdeeld over meerdere, vaste voermomenten op een dag.
7. Laat paarden en pony’s niet langer dan vier uur zonder ruwvoer staan om maagproblemen te voorkomen.
8. Met koud weer hebben paarden de neiging om minder te drinken. Controleer of je paard voldoende drinkt en zorg dat hij continu toegang heeft tot schoon, niet te koud, drinkwater. Check minstens twee keer per dag of er nog genoeg water beschikbaar is en of de leidingen en de waterbak niet bevroren zijn.
9. Voorkom verveling. Er zijn genoeg leuke paardenspeeltjes verkrijgbaar die je in de stal kunt ophangen, zoals voer- en speelballen.
10. Zorg voor een goede warming-up en coolingdown. Stap het paard goed warm voordat je gaat rijden, zodat de spieren de kans krijgen om op te warmen. Sluit de training af met een goede coolingdown. Dit voert het melkzuur af dat eventueel is opgebouwd tijdens de training. Zo voorkom je verzuring en dus stijfheid van het paard.
11. Is jouw paard geschoren of heeft hij een dunne vacht? In de winter is een deken fijn voor het losstappen. Dit voorkomt dat hij te veel afkoelt.
12. Wil je hartje winter in de buitenbak trainen? Zorg voor een gelijkmatige ondergrond door de bak netjes te onderhouden en regelmatig te slepen. Door zout te strooien bevriest de rijbak minder snel.
13. Rijd je alleen maar in de binnenbak? Dat is best saai! Maak geregeld een heerlijke, frisse buitenrit. Afwisseling in de training houdt het lichaam en geest van je paard gezond
14. Let op de ondergrond tijdens het buitenrijden. Wees extra voorzichtig als een paard hoefijzers heeft. IJs kan aan de hoefijzers vastvriezen en ijsballen veroorzaken. Hierdoor kan hij uitglijden.
15. In deze tijd van het jaar is het eerder donker. Ook mistbanken of een sneeuwbui kunnen zomaar ontstaan. Het is dus van belang dat je tijdens het buitenrijden of mennen goed zichtbaar bent. Draag reflecterende kleding en gebruik voor het paard een reflecterende deken, sjabrak of peesbeschermers.