02 maart 2023
Heb je een jong paard dat je zadelmak gaat (laten) maken? Dit is een mooi en leerzaam proces, maar niet zonder risico. Gea Draaijer, inspecteur bij EFO Paardenverzekering, legt uit hoe je veilig te werk gaat en waar je op moet letten.
Inspecteur Gea Draaijer werkt al haar hele leven ‘in de paarden’. Ze heeft veel ervaring met jonge paarden en maakte ze zelf zadelmak. “Op welke leeftijd je precies start met opleiden is per paard verschillend. Het ene paard ontwikkelt sneller dan het andere. Kijk altijd goed naar wat jouw paard aan kan."
De spieren, pezen, botten en groeischijven moeten bij jonge paarden nog ontwikkelen. Dat doen ze allemaal in hun eigen tempo. “De groeischijven van een paard sluiten van onderen naar boven. Dat wil zeggen dat de groeischrijven in de benen eerder sluiten dan de groeischijven in de wervelkolom. De groeischijven in de wervelkolom zijn pas verbeend vanaf dat het paard zes jaar is, maar dit kan ook langer duren. Het is natuurlijk niet zo dat je pas kunt beginnen met opleiden als het paard zeven of acht jaar oud is. Je wilt het lijf wel voorbereiden op belasting en daar heb je wat prikkels voor nodig. Als een kind nooit rent of de speeltuin in gaat, dan ontwikkelt het zich ook niet goed. Voor een paard is dat net zo, mits je het werk met mate doet. Door eerst met grondwerk of longeren te starten, kun je het jonge paard al wat belasting aanleren. Bij grondwerk is het basisprincipe dat het paard leert wijken voor druk. Dat geldt tijdens het rijden ook. Als het paard dit vanaf de grond al begrijpt, heb je daar later in het zadel profijt van.”
Zorg dat het paard er fysiek klaar voor is om getraind te worden. Laat hem vooraf controleren door de hoefsmid, dierenarts en zadelmaker. “Dat kan veel ellende voorkomen. De rug verandert nog volop. Toch is het belangrijk dat de zadelmaker controleert of je zadel goed ligt. De paardentandarts is ook van belang, omdat paarden tussen 2,5 en 4 jaar nog volop aan het wisselen zijn. Kijk eveneens of het bit goed past: is het niet te klein of te groot?”, tipt Gea.
Een jong paard zadelmak maken is niet zonder risico. Dat begint natuurlijk al bij het longeren. Denk altijd aan je eigen veiligheid en die van het paard. “Zorg voor een veilige omgeving en afgezette ruimte. Longeer niet in een grote binnenbaan of op een open veld. Geef het paard begrenzing aan de buitenkant. Controleer ook of het hekwerk veilig is, zodat het paard niet kan uitbreken. Of bijvoorbeeld met een been achter de balk kan komen, zodra hij een keer een bok geeft.” Uiteraard moet je bodem in orde zijn om eventuele blessures te voorkomen. Dit is iets om rekening mee te houden of je het nu zelf gaat doen met hulp, of een professional inschakelt.
Zorg dat iemand helpt bij het zadelmak maken. Het liefst iemand die het paard en de ruiter goed kent, zodat je echt als team goed op elkaar inspeelt. “Houd in de gaten of je spanning herkent bij het paard. Het kan best zijn dat hij alles in het begin heel braaf toelaat, maar dat hij zich eigenlijk helemaal niet comfortabel voelt. Dan geven de eerste keren onder het zadel geen problemen, maar komt er daarna ineens heel veel spanning uit. Het paard heeft dit waarschijnlijk al eerder laten zien, maar toen is het niet opgemerkt. Dat is dus wel een risico.” De volgende signalen kunnen wijzen op spanning:
• De stand van de ogen, bij spanning draaien deze naar achter toe.
• Het paard houdt zijn start plat tegen de kont.
• Het paard gaat korter bewegen.
“Dit zijn subtiele veranderingen, maar wel heel belangrijk. Durf op het moment dat je spanning herkent ook een stapje terug te zetten. Bewaar de rust, ga niet te snel. Pas de fysieke belasting aan op het paard. Een driejarig paard hoef je niet langer dan een kwartier te rijden. Vergeet niet om het paard te belonen.”
Een veelgemaakte fout is dat mensen te snel willen gaan. “Het jonge paard moet bijvoorbeeld meteen in een opgerichte houding en aan de teugel lopen. Terwijl het dier op deze leeftijd eerst nog in balans op vier benen moet leren lopen, zeker met het ruitergewicht erop. Neem je tijd. Zo kan het paard rustig leren om zijn buikspieren aan te spannen en zijn rugspieren te ontspannen. Dat moet hij echt leren, want van nature loopt hij niet zo.”
Natuurlijk hoop je risico’s zoveel mogelijk te beperken, maar er kan altijd iets gebeuren. “Zeker met jonge paarden. Ze moeten veel nieuwe dingen leren. Soms zijn ze bijvoorbeeld nog niet gewend om op stal te staan, of met de trailer op pad te gaan. Dat zijn toch extra spannende situaties. Een verzekering blijft maatwerk, maar de meeste mensen met een jong paard kiezen voor onze Schadeverkering Beperkt (B-tarief). “Daarbij is het paard ook verzekerd bij blijvende ongeschiktheid na een ongeval. Dit geldt eveneens voor overlijden of noodzakelijke levensbeëindiging door een ongeval of acuut verlopende ziekte.” Schadeverzekering Beperkt kun je combineren met aanvullende dekkingen, zoals de Diefstalverzekering, Brand- en hemelvuurverzekering of Ziektekostenverzekering Beperkt.
Wil je meer weten over onze drie basisverzekeringen, aanvullende verzekeringen of tijdelijke verzekeringen? Bekijk hier de mogelijkheden!